Planners en lepeltheorie

Als je me op straat tegenkomt, dan lijk ik niet ziek. Ook in een kort gesprek zal het je niet snel opvallen dat er iets net even anders is. Als je dit leest, en naar het taalgebruik kijkt, dan verwacht je het misschien ook niet…. Maar ik kan je verzekeren dat mijn leven is veranderd nu ik moet leven met de gevolgen van NAH.
Laat ik je meenemen in één van die aspecten die je niet zo snel ziet. Vroeger… nog maar een paar jaar geleden eigenlijk, had ik een gewone kleine agenda. Veel wit papier en zwarte tekst. Je kent ze wel en misschien heb je er zelf ook wel zo een. Daar schreef ik met pen mijn afspraken in. Niets bijzonders. Sinds mijn laatste ongeluk kon ik hiermee echter niet meer uit de voeten. Ik had niet-aangeboren hersenletsel (NAH)! Eén van de gevolgen voor mij was dat ik de afspraken die ik in mijn agenda schreef niet langer kon onthouden, als ik de agenda dichtdeed dan wist ik niet meer wat er stond. De afspraken stonden op papier, maar bleven niet hangen in mijn hoofd. Ook de hoeveelheid energie en tijd die bepaalde afspraken me zouden kosten kon ik slecht inschatten. Vaak kostten ze uiteindelijk meer energie dan ik in eerste instantie gedacht had.

Elke dag bestaat uit ontelbaar veel kleine taken

Vanuit mijn begeleiding kreeg ik de “lepeltheorie” van Christina Miserandino te horen. Hieruit leerde ik dat elke dag bestaat uit ontelbaar veel kleine taken. Elk van die taken kost energie. Iedereen heeft per dag een bepaalde hoeveelheid energie te besteden. Ik was gewend om een vrijwel onbeperkte hoeveelheid energie te hebben. Net zoveel “lepels” als ik maar wilde om het maar zo te zeggen.

Nu heb ik veel minder energie,
en daar moet ik het mee redden

Met de effecten van NAH moest ik het met een beperkt aantal “lepels” gaan redden. En is dat frustrerend! Ik moest leren om veel bewuster keuzes te maken zodat ik de dag door kon komen. Opeens moest ik rekening houden met omkleden, douchen, elke huishoudelijke taak, reizen…. Als ik wilde douchen kon ik dat bijvoorbeeld niet combineren met een werkdag, want die combinatie kostte meer energie dan ik op één dag had. Gelukkig werk ik niet elke dag zo intensief en heb ik tegenwoordig af en toe zelfs de energie om beide te doen. Ik heb niet alles in de hand en verlies ook wel eens “lepels” gedurende de dag. Soms heb ik geluk en vind ik wat extra “lepels”. Met veel vallen en opstaan heb ik nu een systeem waarbij ik mijn dagelijkse energiebehoefte kan schatten en kan zien of mijn planning redelijk realistisch is.

Mijn agenda heb ik nu niet meer. Ik gebruik een familieplanner helemaal voor mezelf. De planner heeft eigenlijk plaats voor vijf gezinsleden, maar die vakjes gebruik ik om dagdelen aan te duiden. De eerste twee kolommen gebruik ik voor de ochtend, de derde en een groot deel van de vierde zijn voor de middag, en de rest van de vierde en de vijfde kolom zijn voor de avond.

Activiteiten hebben een eigen kleur

Mijn gewone dagelijkse dingen als het omkleden, douchen, etc., geef ik er niet in weer. Ik gebruik een kleurcodering om bepaalde andere soorten activiteiten aan te duiden. Oranje is voor activiteiten met familie, groen is voor de tuin, geel is voor gezondheid zoals arts of tandarts of lotgenotengroep. Paars is vrijwilligerswerk, lichtblauw geeft de kerk aan, donkerblauw is schilderen.
De lengte van de kleurblokken geeft aan hoeveel energie ik op een bepaalde dag verwacht te gebruiken. Ik heb over het algemeen, buiten mijn gewone dagelijkse dingen, ongeveer twee en een half blok aan energie per dag te besteden. Als ik hier overheen ga, dan heb ik vaak de dag daarna een rustdag nodig. Door de kleurblokken in mijn planner kan ik makkelijk zien wanneer ik in de problemen dreig te komen.
Dit jaar heb ik ook nog een extra indicator aan mijn planner toegevoegd. De dag voordat er bepaald afval opgehaald wordt heb ik nu met gekleurde stickertjes ook in mijn agenda aangegeven. Oranje is PMD, grijs is restafval, blauw is papier. In de namiddag en avond heb ik vaak weinig energie. Nu weet ik van tevoren dat ik op die dagen nog bepaalde taken laat op de dag uit moet voeren en daar dus gedurende de dag energie voor moet overhouden.

Dagplanner met kleine taken én deeltaken

Naast mijn planner heb ik een dagplanner voor de taken van de dag (“Things to do today”, uitgeverij Atlanta). De pagina waarop je je afspraken per dag kunt opschrijven gebruik ik helemaal niet. Op de ander pagina staan vakjes waar je taken in kunt schrijven.
Ik heb ontdekt dat het motiverend voor me is om kleine taken af te kunnen strepen. Per week schrijf ik de taken op die ik in en om huis “moet” doen. Hier staan speciale dingen op zoals het schrijven van dit stukje en het maken van de bijbehorende foto. De gewone dingen zoals stofzuigen, de (af)was doen, etc., staan er ook op! Veel van die taken splits ik op in deeltaken. Zo kan ik kiezen wat ik doe afhankelijk van de energie die ik heb. Dan streep ik bijvoorbeeld af dat ik de hal gezogen heb of de was in de machine klaar heb gezet. Als ik dan nog energie heb kan ik een volgende (deel)taak selecteren.

Mijn leven is weer rijk gevuld

Voor sommige mensen lijkt leven met planners wel heel erg gestructureerd. Ik houd zelf enorm van het visuele aspect van mijn planner. Met behulp van de planners is mijn leven weer overzichtelijk geworden en heb ik zelfs energie om rustig aan de weg te timmeren met een creatieve onderneming! Mijn leven is weer rijk gevuld met veel leuke en spontane dingen. En ja, deze manier is niet voor iedereen weggelegd. Als iets niet voor je werkt, geef dan niet op. Zoek verder en vind jouw manier om goed te leren omgaan met de energie die je hebt!

Corrie Dam

https://www.cococreatief.nl