Hoe zien anderen haar en hoe ziet zij anderen?

Kinderen kijken naar onze dochters, grote mensen ook.
Ik vind het altijd fijn als mensen vragen stellen. Want als er over Zaza en haar rolstoel gesproken wordt is het open. En worden dingen duidelijk.
Is het een ziekte?, is het progressief?, hoe komt het?, is het erfelijk? Doet het pijn?  enz.

 “Hoe slaap jij eigenlijk?”

Kinderen vragen meestal hele mooie dingen. Een kind keek naar Zaza in haar rolstoel en vroeg aan haar: ‘Hoe slaap jij eigenlijk?’
Geweldige vraag! Ik kan me dat zo goed voorstellen dat een kind dan denkt: Hoe doe je dat? Met rolstoel en al in bed leggen ofzo? Of in de rolstoel slapen?
Een jongen in de taxi die we al bijna twee jaar kennen, zei: ‘Kan jij niet lopen dan?’
Hij wist eigenlijk niet waarom ze in een elektrische rolstoel zit. Het is toch fijn dat hij het vroeg en wij konden uitleggen hoe het zit.
Toen er sneeuw lag, zei een kind uit de buurt tegen haar: ‘Ga eens van die slee af, nu wil ik!’ Hihi ja dat gaat dus niet want ze kan niet lopen of er zelf af komen!

Wij vinden het heel gewoon dat Zaza in een rolstoel zit. Zaza zelf vindt dat ook gewoon bij zichzelf. Ze zit op een Mytyl school en daar lopen, hobbelen, hinken en rollen allerlei kinderen rond. En zo ging ik ervan uit dat Zaza dat allemaal heel gewoon vond.
Maar dat was toch niet helemaal zo. Ze vertelde me dat ze de conciërge eng vindt. Hij mist een stuk arm. Ik was echt verbaasd. We spraken er samen over en de volgende keer dat we hem zagen op school, groette ze hem. Nu is ze hem, en zijn arm gewend. Ze vertelt erover hoe hij wijst en hoe hij een paraplu vast kan houden.

 Begrip….

Zaza wilde heel graag een vriendin, dus noemde ik een meisje uit de klas. Ik had haar moeder eens gesproken en dacht dat Zaza haar wel lief kon vinden. Maar mijn dochter was het daar niet mee eens. Ze zei dat ze niet wilde spelen met dat meisje met die kale plek. En ook vond ze dat ze maar raar praat.

Ik als moeder van een gehandicapt kind, als pedagogisch werker, als sociaal denkend mens heb een kind wat dit soort dingen zegt? Dat wil ik niet! Dat kan ik niet accepteren! Ik voelde me boos.

Hoe kan dit? Al denkend kwam ik er weer achter dat wanneer je open bent over dingen, open over de handicap, open over problemen, open over je gevoel, dat je dan begrip krijgt. En dat je dan inziet dat anders okay is. En dat anders misschien wel interessant is. Het maakt de wereld rijker, kleurrijker.
En dus ging ik in gesprek met mijn Zaza. Ik vertelde haar hoe het komt dat haar klasgenootje en inmiddels vriendinnetje een kale plek heeft en anders praat. Ik ben blij dat de moeder van dit meisje zo open is geweest en ons verteld heeft wat hen overkomen is. Zo kan ik het ook mijn kind vertellen. En kunnen wij samen begrijpen wat het is.
Onlangs heeft deze moeder samen met haar dochter in de klas verteld dat zij een hersentumor heeft gehad. Er is na de operatie veel veranderd is aan haar uiterlijk en ze moet veel dingen opnieuw leren.
Als mensen zo open zijn vind ik dat heel knap en waardevol. Het zorgt voor meer inzicht en begrip.

Ik begon met de titel: “Hoe zien anderen haar en hoe ziet zij anderen?”

En ik denk dat we nu beginnen met werken aan: Hoe ziet zij zichzelf?
Dat vind ik heel belangrijk.
Zelf bewust zijn.