Bij de extreem hoge temperaturen in juni was het tijdelijk niet meer mogelijk om ritten te boeken voor het Wmo vraagafhankelijk vervoer. Deze maatregel leidde tot verontwaardiging en onbegrip bij reizigers. Het is aan individuele reizigers om zelf de inschatting te maken of het verantwoord is te reizen met warme temperaturen. Nu zijn mensen belemmerd in hun bewegingsvrijheid. Te meer omdat er bij andere vormen van openbaar vervoer (trein en bus) anders wordt omgegaan
met de weeralarm codes. In september vond het Regionaal ambtelijk overleg Vervoer plaats tussen de vervoersorganisatie en de 18 gemeenten van de Avan-regio. Besproken werd:

-De impact van het huidige protocol voor de reizigers.
-De veiligheidsrisico’s die gelden bij extreme hitte.
-De bereidheid van de vervoerders om bij deze veiligheidsrisico’s het vervoer uit te voeren.

De gevolgen van een andere invulling van het protocol.
Uiteindelijk is op basis hiervan besloten het huidige protocol te handhaven. Hiermee wordt op basis van waarschuwingen van een landelijke autoriteit besloten om het vervoer, gezien de risico’s van extreem weer, te beperken (code oranje) of stil te leggen (code rood).
Risico’s beheersbaar houden
Het beperken van het vervoer kan daarbij als ongelijkheid worden ervaren. De veiligheidsrisico’s gelden immers ook voor de geplande ritten die bij code oranje nog wel worden uitgevoerd. De gemeente kan zich dit vanuit het perspectief van de reiziger goed voorstellen. Het uitgangspunt van het protocol is echter om de risico’s bij code oranje beheersbaar te houden. Als we dat niet doen heeft dit tot gevolg dat vervoerders bij extreem weer niet bereid zijn de risico’s te dragen.