Afasie
Afasie is een taalstoornis. Afasie, A (= niet) fasie (=spreken) betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Mensen met afasie kunnen problemen hebben met: spreken, begrijpen, lezen of schrijven. Iemand met afasie beschikt over het algemeen nog over dezelfde intellectuele capaciteiten als voorheen.
Afasie is bij iedereen anders. Ieder persoon met afasie ervaart de afasie ook anders. Taal heb je nodig om te communiceren. Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van zo’n hersenletsel is meestal een probleem in de bloedvoorziening in de hersenen. In Nederland zijn er ca 30.000 mensen met afasie.
Speciale centra in de buurt
Een afasiecentrum slaat een brug tussen therapie en het dagelijks leven. In het afasiecentrum kunnen mensen terecht voor: gespecialiseerde zorg, expertise op het gebied van afasie, lotgenotencontact en mogelijkheden voor poliklinische afasietherapie.
Afasiesoos Arnhem
Jachtweg 17, Arnhem, Contactpersoon: Yvonne Bolder-Staals
jbolder@solcon.nl T. 026-3252314 / 06-22187083
Derde dinsdag van de maand van : 14:00-16:00
www.hersenletsel.nl
Afasiecentrum Arnhem
Kazerneplein 2, Arnhem, Contact sizaentree@siza.nl
www.afasiecentrumarnhem.nl/
Het Gelders Afasiekoor – locatie Regina Pacis
Velperweg 158, Arnhem, contact Marjon Kerkhof
m.kerkhof@attentzorgenbehandeling.nl T.088-9901862
Repeteert om de week op maandag van 14:30-15:30
Apps en boeken
Ook voor mensen met afasie zijn en komen er prima toepassingen op de markt, betaald dan wel onbetaald. Het Gespreksboek helpt mensen met afasie zich te uiten. De Afasie Vereniging Nederland heeft hiervoor een App ontwikkeld.
Handboek Afasie, “Hoe nu verder met Afasie?”
Dit zijn de hoofdstukken:
- Hoe nu verder: wat is een beroerte/afasie, bijkomende problemen, de behandeling,
- Terug naar huis… hoe nu verder: therapie, werken, hulpmiddelen
- Leven na een beroerte en met afasie: relaties, hobby’s, lotgenoten contact
ronnen; www.Afasienet.com www.Afasie.nl www.hersenletsel.nl en www.hersenz.nl
Dit jaar voor de allereerste keer: de Week van de Afasie.
Van 6 t/m 12 oktober gaat Afasienet onze medeburgers informeren over afasie, ze ervan bewust maken: afasie raakt zóveel mensen in Nederland. Onszelf inspireren: met afasie is er toekomst. Samen staan we sterk.
Communicatieadviezen voor naasten van mensen met Afasie
Met de volgende adviezen kunt u iemand met afasie helpen als hij of zij iets duidelijk wil maken. De persoon met afasie zal deze adviezen niet altijd zelfstandig kunnen toepassen, maar moet hierin ondersteund worden.
Algemene communicatieadviezen
- Neem de tijd voor het gesprek. Ga op een rustige plek zitten;
- Maak oogcontact en let goed op non-verbale signalen (mimiek, intonatie, gebaren);
- Maak duidelijk waar het gesprek over gaat;
- Gebruik eventueel afbeeldingen of foto’s om het onderwerp te verduidelijken;
- Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit een zin;
- Vraag één ding tegelijk. Dus niet: “Wilt u koffie of thee?” Maar: “Wilt u koffie?”;
- Schrijf de belangrijkste woorden op.
Hulp bij begrijpen (voor de gesprekspartner):
- Spreek rustig, duidelijk en in korte zinnen, maar vermijd kinderlijke taal;
- Benadruk de belangrijkste woorden. Dit kan met uw stem of met gebaren;
- Schrijf de belangrijkste woorden op; doe dit ook als het om belangrijke mededelingen gaat, zoals een afspraak;
- Ondersteun het gesprek non-verbaal: Wijs aan waarover gesproken wordt. Maak een tekening of een gebaar;
- Vraag één ding tegelijk waarop met ‘ja’ of ‘nee’ gereageerd kan worden;
- Wissel niet te snel van onderwerp.
Hulp bij het uiten (voor de gesprekspartner):
- Iemand met afasie heeft vaak meer tijd nodig om iets duidelijk te maken: heb dus geduld en begin niet al te snel met gissen;
- Verbeter iemand met afasie niet. Het is belangrijker dat hij/zij begrepen wordt, dan dat hij/zij correct spreekt;
- Stimuleer om het bedoelde aan te wijzen;
- Stimuleer om van het bedoelde een tekening te maken;
- Stimuleer om een ondersteunend gebaar te maken;
- Vraag één ding tegelijk waarop met ‘ja’ of ‘nee’ gereageerd kan worden;
- Dus niet: “Wil je koffie of thee?” Maar: “Wil je koffie?”;
- Of stel keuzevragen, en schrijf de mogelijke keuzes onder elkaar op, zodat iemand met afasie kan aanwijzen wat hij wil of bedoelt;
- Let niet alleen op wat iemand zegt, maar ook op gebaren en lichaamstaal: die spreekt soms boekdelen wanneer iemand met afasie de woorden door elkaar haalt.