Rouwen en anders leren vasthouden

Lidy (56) woont samen met haar man en hun jongste zoon (23). Dochter Yasmine (21) en de twee oudste zonen (25 en 27) wonen buitenshuis. Yasmine woont door de week op Parc Spelderholt in ‘Het Koetshuis’. Ze mag daar, als student, maximaal 4 jaar, wonen, werken en leren. Yasmine is bekend met het syndroom van Albright én Noonan. Voor haar betekent dit dat ze onder andere, een verstandelijke beperking heeft. Lidy vertelt in haar column, hoe het dagelijkse leven eruit ziet van een kleurrijk gezin.

Altijd als ik een vraag krijg om een column voor dit blad te schrijven, dan laat ik er eerst mijn gedachten over gaan. Over wat er speelt of juist over wat er niet speelt. Soms heb ik meteen een onderwerp paraat, soms kost dat wat meer denktijd. Zo ook met dit onderwerp dat gaat over rouwen en anders leren vasthouden.

Yasmine heeft in augustus van dit jaar haar traject bij Spelderholt erop zitten. Toen ik het daar afgelopen november met een aantal ouders over had, zei ik nog dat ik begin 2023 me wel zou gaan oriënteren op een vervolgplek. Yasmine en wij, haar ouders, hadden immers al besloten dat ze niet meer terug naar huis zou komen en ons ouderinitiatief staat er ook nog niet, dus moesten we voor haar op zoek naar een tijdelijke andere plek, waar ze per die datum kan gaan wonen. Diezelfde ouders gaven ook aan dat ik niet moest wachten, maar meteen actie moest ondernemen.
Normaliter ben ik iemand die direct doorpakt, maar ik merkte dat het in dit geval toch anders was.
Ik aarzelde en ik vroeg me af waarom?
Ergens wist ik het wel, want ‘leuren’ met je kind voelt heel kwetsbaar. En ja, het voelt als leuren, want je bent volledig afhankelijk van a, óf er plekken zijn en b, óf de organisatie het ziet zitten om haar te plaatsen én uiteraard of er genoeg budget is. Daarnaast zijn we vaak genoeg teleurgesteld in de (grotere) zorg(organisaties) die ze dan ontving of dat er zaken gebeurden waar wij ons niet oké bij voelden.
Het confronteert mij ook als ouder weer dat ze levenslang onze zorg nodig zal hebben. Dat ik als ouder geen controle heb over of ze wel/niet ergens aangenomen wordt, laat staan of er ergens een geschikte plek is.
Het is ook weer afscheid nemen van dat wat er nooit zal zijn, ze zal nooit zelfstandig ergens gaan wonen, nooit een rijbewijs halen, nooit zelfstandig naar huis komen, nooit niet afhankelijk zijn van ons als ouder of van anderen.
Heel veel dingen die voor andere jong volwassenen, bijvoorbeeld haar broers, zo gewoon zijn, zal zij nooit doen en dat doet me pijn.

Ik raakte tijdens mijn opleiding bekend met de term ‘levend verlies’ en dat is waar het hier om gaat. Het maakt de confrontatie met dat wat ik moet aangaan om voor haar een andere plek te zoeken er niet makkelijker op.

Maar heb ik als ouder een keuze om bij de pakken neer te gaan zitten? Nee, want het alternatief is dat ze weer thuis komt wonen en dat ze weer in de kindrol terecht komt. Ze zou dan alle vaardigheden die ze geleerd heeft, binnen de kortste keren weer vergeten zijn en dat willen wij niet voor haar, maar zij zelf wil dat zeker ook niet.
Dus vol goede moed zocht ik contact met een echtpaar dat een gezinshuis voor 18+ jongeren in Nijmegen runt.
De gezinshuismoeder belde me de dag daarop en gaf meteen aan dat ze geen tijdelijke plekken hebben. Oef, mijn hoop vervloog direct. Toch raakten we verder met elkaar in gesprek en bleek dat er, in ieder geval via de telefoon, een goede klik was. Ze zou met haar man overleggen en mij terugbellen. Zo gezegd zo gedaan en een paar weken later zaten Gerrit Jan en ik bij hen in Nijmegen.
We wilden eerst zelf poolshoogte nemen, voordat we Yasmine kennis zouden laten maken. En tijdens dat bezoek bleek dat de klik er nog steeds was. Een paar weken later hebben we daar met Yasmine een broodje gegeten. Zijn zij naar Spelderholt geweest om Yasmine te ontmoeten zonder dat wij erbij waren. Kortom, na een zorgvuldig voortraject heeft ze inmiddels al twee zaterdagen meegedraaid. Binnenkort gaat ze een nachtje logeren en gaan de gezinshuisouders met haar één of meerdere keren kennis maken bij een dagbesteding.

Het is gek om dat uit handen te geven. Het verbaast me dat ik dat wel kan. Normaliter regelen wij altijd zelf dit soort dingen, wil ik er met mijn neus bovenop zitten en nu voelt het alsof we de zorg met de gezinshuisouders kunnen delen. Dat voelt fijn en ook kwetsbaar, want zij doen in hun huis of in hun wijk hun dingen en daar heb ik geen invloed op. Zij leren Yasmine weer op een andere manier kennen en laten haar mogelijk nog wat meer buiten de lijntjes kleuren dan dat wij als ouders zouden doen. We hebben dit al meegemaakt op Spelderholt als het gaat om verkering enzo. Wat mij helpt is om de communicatielijnen op te houden en elkaar te vinden als dingen anders gaan dan ik verwacht had. Tot op heden heeft dat prima gewerkt. Aan de andere kant realiseer ik me ook dat hoe meer ik Yasmine los laat, hoe meer vrijheid zij ervaart om zich te ontplooien. Hoewel de band tussen een moeder en een kind onverbrekelijk is, zal ik toch moeten leren om haar anders vast te houden.
Lidy